Gepest

gepestIk sta gebogen over het biljart om misschien wel de mooiste bal van mijn leven te maken. Dat denk ik bij elke bal, dus dat is niets nieuws. Achter mij staat een man die spontaan uitroept: “Jee, jij hebt eigenlijk wel een hele dikke kont”. Ik kijk niet op of om, blik niet en bloos niet maar zeg: “Ho ho, voorzichtig met mijn achterwerk, die is hartstikke duur geweest. Hij bestaat grotendeels uit chocolade”. De man weet even niet waar hij moet kijken, nou ja, waarschijnlijk keek hij gewoon verder naar mijn achterwerk want waar moest hij anders naar kijken? Ik maakte de bal, weer niet de mooiste bal van mijn leven. Maar dat gaf niet, ik had mijn eigen feestje.

Mijn antwoord floepte eruit met de juiste timing en de juiste toon. Zo’n reactie die je eigenlijk altijd pas achteraf bedenkt, op weg naar huis of later in bed. Zijn opmerking, het raakte mij niet. Ook niet later, ook niet in bed, ook niet de volgende dag. Ik zag er de humor wel van in en het zorgde er niet voor dat mijn instant-onzekerheid als een dolle door mijn hoofd jaagde. Lachend besprak ik het voorval een dag later met Hans en al pratend ontdekte ik dat ik veranderd was! Ik had winst behaald op mijzelf, niet op die man. Want wat hij dacht of zei: het interesseerde mij niet! Het veranderde het niets aan mijn gevoel voor mijzelf. Het verpeste niet mijn avond, mijn dag of meer. Het was alleen maar grappig.

Lieve klasgenoten van de lagere school, ik neem afscheid van jullie! Zo’n 34 jaar lang waren jullie onderdeel van mijn leven, eerst op school, later in mijn hoofd. En ik kan jullie vertellen: dat was niet bepaald positief. Want, lieve klasgenoten, jullie hebben mij gepest. Misschien denken jullie er anders over, maar voor mij is het duidelijk: ik ben gepest. En ik heb mij laten pesten, tot mijn 12de, daarna was het afgelopen. Een nieuwe school, een nieuw begin. Een aantal van jullie gingen mee, maar in de zomervakantie groeide ik en besloot ik dat het afgelopen was. Nu hoor ik wel eens terug: jij was zo stoer op de mavo, trok je nergens wat van aan een deed gewoon wat jezelf wou. Geheimpje: ik was niet stoer en scheet zeven kleuren stront, maar ik had wel een houding gevonden waarbij niemand meer aan mij kwam, waarbij niemand mij meer kon raken. Zo leek het tenminste.

De pest-voorvallen, de details heb ik verdrongen, het grote gevoel bleef als herinnering. Jullie namen, jullie gezichten: veel weet ik niet meer en hoef ik ook niet weten. Maar goed ook, ik hoef het nooit meer mee te maken. Ik heb het in mijn leven vaak genoeg overdacht, herinnerd en dus opnieuw meegemaakt. Uitschelden, bij het hek opwachten, tegen mijn fiets aantrappen, uitlachen, aan mijn haren trekken, mij achterna fietsen en nog veel meer. Met woorden en daden werd mij keer op keer duidelijk gemaakt dat ik niet goed was. Niet goed genoeg voor jullie. Ik zie mijzelf nog huilend naar huis fietsen, bijna elke dag. Mijn moeder ging naar school, sprak met de meester. Het antwoord: “Ach mevrouw, dit is toch wel zo’n rotklas” en “het zijn maar kinderen”, en daarmee was voor de meester de kous af. Inderdaad jullie waren maar kinderen. Maar ook ik was een kind, geen idee hoe ik mijzelf moest redden.

Een poos terug kwam ik er achter dat ik niet de enige was die gepest werd. Maar voor mijn gevoel was het vaak de hele klas tegen mij. Niet reëel, want ik speelde ook met klasgenootjes. Er waren ook de leuke momenten al werden deze voor mij ondergesneeuwd door de vele niet leuke momenten. Ik hoef niet iedereen over èèn kam te scheren, het is een verhaal van “wie de schoen past…” De een deed er niet aan mee, de ander peste volop mee en weer een ander af en toe. Nu weet ik dat er vaak uit zelfbehoud geen andere keuze was: meedoen met de dominante groep, betekende niet gepest worden. Waarschijnlijk heb ik ook meegedaan met deze groep, uit zelfbehoud weliswaar, maar dan toch niet goed te praten en waarvoor dan ook mijn oprechte excuses. Door wat ik meegemaakt had werd ik er niet aardiger op, ik had ontdekt hoe ik mijzelf kon redden en ik kan me voorstellen dat anderen vinden dat ik op het MBO een pester was. In mijn herinnering ben ik vooral aan docenten een excuus schuldig.

De rest van mijn leven achtervolgden jullie mij. Hoewel ik dacht dat ik niet goed kon kiezen ontdekte ik in door de jaren heen dat ik juist wel heel erg goed mijn keuzes kan maken. Maar bij elke beslissing was daar dat grote spook uit het verleden. Bewust, maar nog vaker onbewust. Altijd bang om uitgelachen te worden, altijd bang om te horen dat het niet goed was wat ik deed, altijd bang om niet goed genoeg te zijn. Heel vaak een reden om voor de veilige weg te kiezen. Ik heb geen spijt van keuzes die ik gemaakt heb in mijn leven, wel spijt van de beweegredenen die mij tot keuzes zette.

Heel lang droomde ik van een reünie. Succesvol, knap en rijk zou ik mij aan jullie laten zien. Wat zouden jullie op je neus kijken. Tja, ik ben nooit succesvol, knap en rijk geworden. Niet dat het voor mij persoonlijk de bedoeling was om dat te worden, de enige reden om dat te worden was om mij aan jullie te bewijzen. Ach, wat een klets, ik ben succesvol, knap en rijk. Niet in geld, wel in leven. Mijzelf laten zien en bewijzen aan jullie: dat heb ik jaren geleden al achter mij gelaten. Het is niet meer nodig, ik heb niets te bewijzen aan een ander. En mocht jij wel succesvol, knap en rijk zijn geworden, dan hoop ik dat dat vooral in leven is!

Godzijdank, ik had de thuissituatie, mijn karakter en het leven mee. Geen therapieën voor mij, hoewel ik wegen bewandelde die een therapeutisch effect hadden, geen destructieve of suïcidale neigingen voor mij. Voor al die anderen zijn ze er wel. Elke keer als ik een verhaal hoor over een kind wat zo kapot gepest is, breekt mijn hart. Uit ervaring weet ik hoe ze zich zullen voelen, zo afgebroken en onderuit gehaald. Wanneer ze vanuit dit gevoel van niets waard zijn, beslissingen voor het leven nemen die niet meer terug te draaien zijn en hierbij ouders, familie en vrienden gebroken achterlaten, breekt mijn hart nog harder. Het had niet nodig hoeven zijn.

Weet je, ik hoef geen excuses, geen likes en geen reacties. Het mag wel, mijn deur staat altijd open. Ik wil alleen dat je weet. Dat je weet opdat cirkels doorbroken kunnen worden, opdat patronen kunnen ophouden te bestaan. Misschien is het jouw kind dat pest of gepest wordt. Beiden hebben hulp nodig. De gepeste heeft hulp nodig, hoe om te gaan met bepaalde situaties, hoe sterk en krachtig zichzelf te kunnen laten zien. Maar de pester heeft evengoed hulp nodig. De pester zal niet pesten zonder reden, misschien heeft hij wel een hele goede reden om te pesten, ik weet het niet, de ouder weet het waarschijnlijk wel. En misschien weet de pester wel niet eens wat het met een ander doet om gepest te worden en weet hij niet eens dat hij pest? Kinderen weten niet alles, hebben niet overal natuurlijke aanleg voor. Sommige dingen moet je ze leren, uitleggen tot het duidelijk is.

Bedanken voor toen, nee dat doe ik niet. Maar weet dat het mij uiteindelijk, na jaren en jaren, meer heeft opgeleverd dan gekost. Want zonder dat stukje verleden had ik misschien nooit geweten waar het in het leven om draait: accepteren en respecteren! Een schouderklop uitdelen, ook niet aan jou, wel aan mezelf. Omdat het mij uiteindelijk is gelukt het pesten een plek te geven en er meer positiefs uit te halen dan negatiefs. En ook een schouderklop voor al die anderen die dat gelukt is. Maar vooral een schouderklop voor diegenen die nog niet de weg en de kracht hebben gevonden om het pesten om te buigen, te verwerken of een plek te geven. Het valt niet mee, echt niet, je eigen ik, je omgeving en de gradatie van pesten spelen een grote rol in hoe jij je nu voelt. En er zijn dingen waar je niets meer aan kan veranderen, toen niet, nu niet en nooit niet. Daarmee zal je moeten dealen. Maar je toekomst: die maak je zelf.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *