Goed proeven

proeven 2Met rood hoofd en gillende stem staat ze te stampvoeten, onze kleine Pien die al zo groot aan het worden is. “Nee, ik wil vanavond spinazie eten!!!” Onbegrijpelijk, al twee weken krijst ze tegen mij dat we spinazie moeten eten. En daar is niet tegenin te praten. Ik begrijp er niets van. Ik heb haar er nog nooit op kunnen betrappen spinazie lekker te vinden. En bovendien: Wat is er nou zo lekker aan spinazie? Ik eet het graag maar vind het niet superlekker, ik heb nog altijd “het recept” niet gevonden. Het weinige wat ik er leuk aan vind is dat je er een ei bij kan eten, dat het een vriezer-voorraad-groente is en dat het recept spinazie met boursin en pasta erg lekker is.

Herrie in de keuken omdat mevrouw spinazie wil eten. Ik krijg haar niet aan het verstand wat spinazie is. En als ik op vrijdag pannenkoeken sta te bakken en er weer eens genoeg gekrijst wordt om spinazie neem ik haar mee naar de vriezer, en laat haar zien wat nou spinazie is. Ze kijkt op de doos, ´Ja, die wil ik!` Ik haal wat uit de doos, Pien kijkt en ´ja, die wil ik`. Goed, ik maak voor ons pannenkoeken, voor jou spinazie! Pien was in de wolken. Ik bak en bak en maak de spinazie klaar. Spinazie op het bord en: “Neeeee! Die lust ik niet”. Ze wou toch spinazie, niet dit! We hielden nog even herrie in de keuken. En op een dag werd alles duidelijk: we aten spaghetti, en het bleef heerlijk stil in de keuken. Halverwege het eten hoor ik Pien zeggen: “Lekkere Spinazie”.

Zo, herrie uit de keuken verbannen. En nu maar afwachten hoeveel spinazie ze gaat eten bij de volgende keer dat we spinazie op het menu staat. Gelukkig, de volgende keer valt het mee. De zoektocht naar nieuwe gerechten zonder pakjes en zakjes heeft als groot voordeel dat wij met zijn allen leren proeven. En proeven, dat vinden wij als ouders belangrijk, voor de smaakontwikkeling. Maar ook omdat het gewoon leuk en aardig is voor diegene die kookt, of ze nou thuis zijn of ergens anders mee eten. Wanneer iemand moeite doet iets op tafel te zetten, dan kan jij de moeite nemen om het in ieder geval te proeven. Heb je dat gedaan, dan kan je ook gerust zeggend dat je er niet zo van houdt of dat je het erg lekker vindt.

Niet alle nieuwe gerechten zijn lekker, soms is er ook een gerecht bij dat nog niet eens onder de categorie “ach, het is best binnen te houden” valt, maar het gebeurt ook wel dat er wat tussen zit wat gemiddeld best lekker is. Met gemiddeld bedoel ik dat minimaal drie leden van ons gezin het eten lekker vindt. Gijs behoort daarbij meer dan eens bij diegene die het niet lekker vindt. Het is een snoepkont onze jongen, brood eet hij als de beste, maar van warm eten houdt hij niet echt. Behalve van de P gerechten. Omdat we proeven belangrijke vinden, proeven wij veel. Zo wou ik graag dat Gijs ananas proefde, ik dacht zeker te weten dat hij dat lekker zou vinden. Met de belofte dat hij de ananas mocht uitspugen als hij het niet lekker vond stak hij aarzelend een stukje in zijn mond. Hij beet er dapper in en keek mij met grote verschrikte ogen aan, niet lekker dus. Zo niet lekker dat hij het uitspuugt. Met grote vaart recht in mijn gezicht.

Als Gijs het wel lekker vindt dan eet hij ook gelijk veel, vier borden pasta vinden wij toch wel zo’n beetje de grens. Soms wil hij mij niet voor het hoofd stoten en beweert met bij hoog en laag dat hij het eten lekker vindt. Zijn gezicht spreekt echter boekdelen en zijn bord liegt er niet om, er ligt nog te veel op en de eetsnelheid is zo traag dat wij weten dat hij het niet lekker vindt. Dus vragen we dan steevast of hij nog een schep wil. Gruwelend verteld hij ons dan dat het iets lekker is, maar niet heel erg lekker. Ach, wat een lieverd.

Vinden we het allemaal lekker, dan pikken we spontaan een grapje van onze neven: “Ik ben net vergeten te proeven, ik neem nog een stukje hoor” en dan proeven we verder tot alles op-geproefd is. En als ze dan, wanneer alles op is vragen of ik dit heel vaak wil maken ,weet ik genoeg.

Bij lekker heb ik de neiging om het gerecht, de cake, het uitprobeersel zo vaak mogelijk te maken. Wanneer ik na een paar weken hoor: “alweer een preischotel”, weet ik genoeg. En dat terwijl ik dacht dat we dat nou juist zo vreselijk lekker vonden met zijn allen. Ach ja, lekker is niet altijd lekker. Na wekelijks lekker is het lekker er duidelijk wel vanaf. Hans wil dat moment graag voor zijn en heeft hier zijn eigen oplossing voor.

Hij verteld mij dat hij iets lekker vind, maar niet voor elke dag/week/maand/jaar (doorhalen wat niet van toepassing is). En is het niet te pruimen, dan is iets lekker, maar niet voor elke eeuw. En ik weet genoeg…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *