Meneer M en roggepap

roggepapHet was bijzonder leuk om te mogen schrijven voor ons dorpsmagazine. Zo leuk dat ik vind dat dit schrijven hiervan, een aangepaste versie weliswaar, wel op Chaos in de Pan mag. Het gaat immers over eten en tegelijkertijd over de bevrijding die nu alweer een jubileum van maar liefst zeventig jaar kent.

De opdracht was duidelijk en eenvoudig: “je vraagt iemand om zijn of haar favoriete recept en hebt naar aanleiding van dat recept een interview. Hiervan maak je een mooi item. Toen ik mij  realiseerde dat we in de maand april de 70 jarige bevrijding van De Steeg vieren leek het ons een mooi idee om “het recept van” en dit feit te combineren.

Ik zocht een inwoner uit De Steeg die hier in ieder geval ten tijde van de bevrijding woonde, die zijn verhaal wou vertellen en die zijn recept wilde delen. Ik zocht en vond Meneer. M. Meneer. M., niet in De Steeg geboren maar wel getogen. Vanaf zijn vierde woonde hij, met een kleine onderbreking, in De Steeg alwaar zijn vader schoolhoofd was van de Protestants Christelijke school.

Meneer M. is een krasse heer van 89 jaar. Ik wordt heel hartelijk welkom geheten in dit huis waar ouderwetse hoffelijkheid nog waarde heeft. Mijn jas wordt aangenomen en opgehangen en ik voel mij bijzonder welkom. Meneer M. vertelt.

Het recept van meneer M. komt uit de laatste winter voor de bevrijding, de hongerwinter. Het was een troosteloze en moedeloze tijd, een tijd van nutteloze triestheid. Er waren geen initiatieven meer, er was enkel het wachten op betere tijden. Hier in De Steeg was er eten, niet veel en niet luxe. Maar het was ook geen luxe tijd, voor de oorlog al niet, maar tijdens en na de oorlog al helemaal niet. Alles was op de bon, wanneer je geluk had was er brood en kon je op de bon brood halen. Was het er niet, dan had je gewoonweg pech. “Echt honger heeft ons gezin niet gekend, maar alles was “weinig en karig” in deze hongerwinter. We aten roggepap, gemalen in de koffiemolen aangelengd met water uit de put van de boerderij van de familie Middelkoop. De huisvrouwen deden iets handigs met suikerbieten waardoor er ook nog iets van zoetigheid was.”

De roggepap, karig en eenvoudig. Meer kunnen we er niet van maken. Hoewel ik een papkind was/ben, heb ik bij mijn weten nog nooit roggepap gehad. Het toeval wil dat ik een pak roggemeel in de kast heb staan. Waarom? Geen idee, waarschijnlijk had ik ooit het idee om hier wat mee te bakken of te koken en is het daar nooit van gekomen. Maar nu komt het goed uit. Ik zoek een recept van roggepap, want hoewel ik het globale recept kreeg van meneer M. vind ik het handiger om te weten hoeveel ik moet gebruiken. Ik vond het recept van Drentse roggepap. Gelukkig maar, want anders had ik de pap waarschijnlijk maar een minuut of tien laten koken in plaats van de aanbevolen anderhalf uur. Het idee om de roggepap te maken en de actie kwamen redelijk spontaan in mij op met als gevolg dat ik om half acht ’s avonds samen met mijn dochter, ook een papkind, aan de roggepap zat.

Voor de zekerheid vraagt dochterlief nog even waar de pap van gemaakt is.
“Van rogge”.
“De tarwerogge?? of de vis-rogge (rog)”.
“De tarwe-rogge.”
“Poeh, gelukkig, want de vis-rogge kan wel heel erg giftig zijn”

Wij eten onze tarwe-rogge pap die niet giftig maar wel lekker is. Eerlijkheidshalve moet ik bekennen dat ik wel een beetje vals speel. Het is niet de karige pap is die meneer M. voorgeschoteld kreeg. Ik maakte hem met melk en water en voegde een half uur voordat de pap klaar was stukjes appel aan toe. De pap is zacht van smaak, met een wat zurige bijsmaak wat het ook een beetje fris maakt. Met een klein schepje suiker gewoonweg lekker en het vult goed. Zonder suiker was het niet wat en ik weet dat wij het niet vaak gaan maken.

Hoe leuk ook, dit moment van pap eten met mijn dochter, drukt mij ook even met de neus op de feiten. Het enorme verschil van het eten wat al dan niet voor handen was toen en de overdaad in de schappen van nu. Het is er, we hoeven ons er niet voor te schamen maar een beetje bewust zijn van de weelde waarin wij nu leven is niet verkeerd zo af en toe. Samen met het feit dat wij nu al zeventig jaar in vrijheid leven maakt dit interview en de roggepap dat ik de dodenherdenking dit jaar anders maar vooral bewuster beleef. De herinnering aan toen, die herdacht mag en kan worden, even, je kan er niet elke dag bij stil staan. Maar die vooral een herinnering dient te blijven, gewoon zoals die is, zoals het was. Niets aan te veranderen maar ook niet te vergeten. Het behoort immers tot onze roots, want allen zijn wij de zoon of dochter van.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *