Operatie groentetuin

tuintje - kopie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

“Ik heb een tuintje in mijn hart, alleen voor jouhouhouwouhhh, Oeh la la la laaahaaa”

Op mijn hurken zit ik in de groentetuin van mijn ouders onkruid te wieden. Donkere wolken pakken zich samen boven mijn hoofd. Natuurlijk gaat het bijna regenen, hoe kan het ook anders. De hele natuur raakt van slag van het feit dat ik mij met de natuur bemoei. Wat een gemier en gepriegel. Onkruidjes wegplukken tussen de hele kleine preitjes. Met veel te dikke vingers voor dit friemelwerk pluk ik af en toe een preitje mee. Snel druk ik met mijn duim een gat in de grond en stop de geplukte prei weer terug. We zien het wel of hij het gaat overleven om uiteindelijk opgegeten te worden. Groene vingers?? Ik?? Alleen als ik die vingers in een pot groene verf stop. Planten sterven bij mij een langzame doch zachte dood, verlepte sla krijg ik echt niet meer opgepept. Praten tegen planten doe ik al helemaal niet. Nou ja soms, in de trant van: “stomme plant, wat sta je daar nou slap te zijn”, “Ga aan de kant, anders ga ik op je staan” en “wees onkruid, zodat ik hier geen groenten sta te wieden”.

In de tuin werken, laat staan in een groentetuin werken is iets wat ik nog nooit tot mijn hobby’s of zelfs maar tot mijn mogelijke hobby’s heb gerekend. Eigen schuld, dikke bult van mijn vader: Hij vermoede al van mijn alles behalve groene vinders. Ik mocht hem vroeger niet helpen, hij was bang dat ik alles verkeerd deed. Een redelijk gegronde angst zie ik nu na een paar weken groentetuin. Nee, het is echt niets voor mij. Maar dit jaar doe ik het graag, met liefde en heel veel plezier, voor mijn ouders, die ik op deze manier echt kan helpen. Zoal velen weten heeft mijn vader een zware operatie achter de rug. In de tuin werken is er dit jaar niet bij. En omdat groente uit eigen tuin nou eenmaal belangrijk is, hebben vrienden het eerste werk gedaan en doet mijn moeder nu de groentetuin met behulp van kinderen (waaronder ik, zei de gek), schone kinderen en kleine kinderen. Gelukkig gaat mijn vader elke dag een stukje vooruit, gaat het elke dag een ietsje beter. Dus reken maar dat hij de tuin volgend jaar weer zelf kan doen! Ik geniet bij voorbaat al van dat vooruitzicht.

Niemand vertellen: Stiekem heb ik er wel schik in, gewoon lichamelijk werk met snel resultaat. Met de schoffel en de hark in de hand heb ik tijd om met mijn moeder bij te praten, te mijmeren, te denken en te zingen en ik leer er echt ontzettend veel van: Toen ik de tweede keer in de tuin aan het werk ging, deed ik wandelschoenen aan in plaats van mijn zilveren hakjes, dat ging al een stuk beter. Ik ben mijn ouders zakken vol aardappelen, wortels en spinazie schuldig, aangezien ik vele plantjes per ongeluk heb omgeschoffeld omdat ik plant niet van onkruid kon onderscheiden. Wanneer je diverse spruiten tegenkomt met de afdruk van een schoen erop: ik ben bang dat ik daar bovenop stond. En tot slot heb ik geleerd dat op een kromme rij het meeste groeit. Of het waar is? Ik weet het niet, maar het sust mijn en mijn moeders geweten als we naar de kromme rijen kijken waar de sla, de rucola en de wortels heerlijk krom aan het groeien zijn.

Niemand vertellen2: Heel stiekempjes schaam ik mij diep, heel diep.. Dat ik nooit beseft heb hoeveel werk het was om een groentetuin te onderhouden. Ik schaam mij diep omdat ik vaak groenten van mijn vader meekreeg, die vervolgens wel eens per ongeluk overstuur ging voordat het in de pan belande. Dat ik baalde van de sla die ik keer op keer moest wassen om al het zand eruit te krijgen. En dat ik tot nu toe niet hard genoeg heb genoten van de lekkere smaak van verse groente ondertussen wetende dat groente uit eigen tuin gewoonweg het gezondste is. Daar kan de groenteafdeling van de Lidl echt niet tegenop.

Hans is verbaasd en verbolgen dat ik nu elke week bij mijn ouders in de tuin aan het werk ben. Volgens hem ben ik thuis met geen stok de tuin in te krijgen. Ik snap niets van dat verwijt. Ik kom, zeker bij mooi weer, graag in de tuin. Met een boek, met een drankje, met de kinderen, met vrienden, met een barbecue of zomaar omdat het mooi weer is. Regelmatig ben ik in de tuin te vinden. Ooit, toen we hier net woonden hadden wij ook een groentetuin, een hele grote. Vol goede moed werkte ik eens per jaar een dagje in de tuin. Nou ja, toch wel minstens een uur per jaar. En dan hield ik het weer voor gezien. Het oogsten, dat vond ik wel leuk. Manden vol bieten haalden we uit de tuin. Die zette we in de kelder. Fijn koel, dan bleven ze mooi lang goed. Maanden later haalden we dan manden vol uitgedroogde bieten weer uit te kelder. Die konden mooi op de groentetuin ter bemesting…. Je ziet: niets voor mij…

En toch: Geïnspireerd door de groentetuin van mijn ouders heb ik hier thuis met de kinderen ook maar weer eens een groentetuin gemaakt. De grond is kei en kei hard, daar kom ik met de schop haast niet in, en de planten groeien er niet doorheen. We hebben rode bieten, radijsjes en worteltjes in overvloed. Maar de sla en rucola lukt het niet om op te groeien. Wanneer het regent ben ik tegenwoordig ook blij, dan hoef ik namelijk niet met de gieter rond. Eén bofje: onkruid heeft ook moeite om in de zware en vaste kleigrond te groeien. Spitten, schoffelen of harken is zinloos, Je komt de grond niet in. Voordeel is dat er niet heel veel onkruid gewied hoeft te worden. Een tuin naar mijn hart! En wat er teveel is?? Dat verkopen de kinderen gewoon aan de weg. We leggen het in ieder geval niet in de kelder.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *