Pannenkoeken en meel in mijn oren

PANNENKOEKEN BAKKENEen hamster met een hoedje op. Een ezel die takken draagt maar de takken zijn heel lang. Afrika en wanneer hij doormidden breekt dan is daar ook Madagascar want dat las hij in een boek. Een boze aliën. Een heel gespierd dansmeisje maar dan binnenstebuiten.

Gijs bakt pannenkoeken! En dat doet hij enthousiast en kwistig. Zo kwistig dat hij het fornuis meebakt. Maar dat geeft niet, hij bakt en hij vindt het leuk. Het toeval wil dat wij het lekker vinden, dus ik laat hem mooi zijn gang gaan. Gijs vraagt zich in het begin nog even af of ik het niet erg vind dat de pannenkoeken niet zo mooi rond worden. “Natuurlijk niet jongen, als jij ze bakt zijn ze extra lekker en extra mooi. Moet je zien: die daar lijkt wel een spin”. Al bakkend slaat zijn fantasie op hol en bakt hij de mooiste creaties zoals hierboven genoemd. En wij hebben nog nooit eerder zulke gezellige en grappige pannenkoeken gegeten.

En ineens was samen bakken leuk! Ooit droomde ik ervan, jaren geleden. Met dikke buik mijmerde ik erover en zag het helemaal voor mij. Later, als de kinderen een jaar of 2, 3, zouden zijn gingen we koekjes bakken. Gezellig samen aan de keukentafel mooie figuurtjes uit het deeg halen en je eigen creativiteit erop loslaten. Terwijl we babbelen en liedjes zingen. Heerlijk zonnatura, ik zou mijn kinderen allerschattigst vinden, zij mij de allerliefste. Met een aai over de bol hier en een knuffel daar, zouden we stapels heerlijke koekjes bakken. Het duurde nog jaren voor het eenmaal zover was, maar uiteindelijk kwam het ervan. Die eerste keer koekjes bakken, ik denk niet dat ik dat licht ga vergeten. Aan de voorbereiding lag het niet, het deeg was snel gemaakt en het kleed lag op tafel. Ik rolde het deeg uit en de kinderen staken er figuurtjes uit.

Het leek zo leuk en gezellig, wel een minuut of vijf lang, tot de kinderen deden wat ze meestal doen: Ze gaven hun eigen invulling aan het koekjes bakken. Het merendeel van het deeg belandde in de mond, meel stoof door de keuken en de tot nu toe mooi uitgestoken figuurtjes werden samengedrukt tot een bal en vervolgens opgestapeld tot een enorme koekjestoren. En hier verloor ik mijn geduld. Nou ja, eigenlijk al tijdens het koekjes uitsteken omdat ze elke keer middenin de deegplaat uitstaken en niet netjes aan de rand. Het ging niet volgens het plan, volgens het beeld dat al jaren in mijn hoofd zat. Vol zelfbeheersing en met dichtgeknepen stem vertelde ik ze, zo lief als ik maar kon, dat ze maar wat anders moesten gaan doen en maakte ik allemaal kleine balletjes van het deeg die ik venijnig plat drukte. In de oven met dat spul. Onvoorstelbaar hoe enthousiast de kinderen waren toen de koekjes uit de oven kwamen: “kijk hoe mooi wij dat gemaakt hebben!!”…. Tijdens het eten vertelden de kinderen vol trots aan Hans dat we koekjes hadden gebakken. Ach, ik was de frustratie allang voorbij en ik knikte braaf mee met het enthousiaste verhaal van de kinderen. Koekjes bakken met de kinderen, pas toen Gijs voor zijn vijfde verjaardag een koekbakset kreeg hebben we het opnieuw geprobeerd.

Ondertussen heb ik bijgeleerd. Laat het los: de puinhoop die ze ervan maken, het niet volgen van de regels die ik in mijn hoofd heb. En wonderbaarlijk genoeg is het elke keer een beetje leuker om samen te bakken. Favoriet is het bij mij nog steeds niet. Onze kinderen, ze zijn niet de netste, ze eten rauw deeg en vinden het blijkbaar erg grappig om meel door de keuken te blazen en het op elkaars gezicht te smeren. Koekdeegresten zijn te vinden tussen de naden van de stoelen, op de vloer en in de haren. Maar de koekjes die tegenwoordig uit de oven komen zijn toch wel echt om aan te zien en eetbaar.

De kinderen, ze worden ouder en wijzer, net als hun moeder. Ik doe mijn best en neem mij voor om er geen punt van te maken: “Zolang als het uiteindelijk eetbaar is, laat ik ze meer en meer hun gang gaan”. En daarmee wordt het voor hen leuker en voor mij gemakkelijker. Zo bakken ze graag en willen ze steeds vaker heel graag helpen met eten koken. Ze schillen de aardappels waarbij de schillen eerder op de grond dan in het schillenbakje belanden. De gehaktballen lijken steeds vaker op ballen in plaats van rare platte schijven, de champignons worden steeds minder geplet nu ze doorhebben waar de snijrand van het mes zit. Voordat het in de pan beland heb ik altijd nog even snel de tijd om hier en daar een pitje uit de aardappel te halen, een platte gehaktbal opnieuw te draaien of een champignon nog wat bij te snijden. En de pannenkoeken?? Dat laat ik tegenwoordig mooi aan de kinderen over!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *