Vroeger.. Het wordt altijd later

taartIk hef het glas op mijn gezondheid en ik feliciteer mijzelf! Ik verjaar vandaag en word maar liefst 42 jaren jong, ik zocht het lied “42 jaren in mijn leven” wat niet bestond. Ik liep twintig jaar achter ontdekte ik, dus dit lied kon ik niet gebruiken om mijn verjaardag in te luiden. Toen Hans mij vanmorgen feliciteerde en zei: “Gefeliciteerd, oude vrouw van 41” ontdekte ik meer. Ik loop een jaar voor. Ik word vandaag 41! Mooi, ik hou een jaar over en ik ben veel jonger dan dat ik dacht, hiephoi. Ach, het verstand komt met de jaren zegt men. Het moge duidelijk zijn dat ik nog heel veel jaren te gaan heb.

Vanaf vandaag ben ik veertig-plus en hoor ik definitief bij de groep mensen die ik in mijn jonge jaren reuze-oud vond. Rond mijn ogen verschijnen kraaienpootjes, op mijn voorhoofd groeven en rond de mond rimpels. Mijn dochter zegt mij dat ik opnieuw blond word en zoon vraagt zich af waarom mijn buik zo hangt. Aan mijn bovenarmen zwieberen kipfiletjes als ik zwaai, maar ook als ik niet zwaai. Heksenharen verschijnen in volle glorie op mijn gezicht, op de meest onhandige en onverwachte momenten. Onder mijn voet prijkt een likdoorn die akelig hardnekkig onder mijn voet blijft prijken en ik verzucht nog wel eens stiekem dat ik die jonge meiden van tegenwoordig niet kan bijhouden. Wanneer dochter iets Fak vindt, dan moet ik eerst het internet op om te kijken wat ze daarmee bedoeld. Emoji en P:, eerlijk gezegd weet ik nog steeds niet wat ermee bedoeld wordt. En, frustrerend genoeg, de jongste zwiept haar vinger met zo’n grote snelheid over het scherm van de tablet dat ik het niet meer kan volgen. Het is maar goed dat mijn computer bejaard begint te raken, ikzelf ben immers ook niet meer zo snel. Ja. onmiskenbaar 41..

Met de kinderen hebben we wel eens gesprekken over vroeger, je weet wel: “vroeger toen alles beter was”. Toen we kilometers door weer en wind naar school moesten fietsen terwijl wij droomden over een autootje die van ons was en waarmee we door een tunnel naar school gingen. Geen vader of auto in de buurt die je even naar school bracht bij sneeuw, regen en storm. Want vader was aan het werk, had de auto mee en er was hooguit één auto per gezin. Wanneer je een lekke band had dan zag je maar hoe je thuis kwam. Vroeger, toen de telefoon nog aan een snoer zat en toen je het nummer moest draaien. Onderweg bellen deed je met je fietsbel of je belde bij iemand aan en vroeg of je de telefoon mocht gebruiken. Aanbellen, dat deed je gewoon. Je stuurde geen appje en je belde niet van te voren. Vroeger, toen de auto’s nog ouderwets aan de kook raakten en je de weg moest zoeken aan de hand van een wegenkaart. Met alleen een kinderuurtje op Nederland 3, elke woensdagmiddag om half vier. Geen onbeperkte toegang tot verschillende schermen, je speelde of hielp je moeder.

Vroeger, toen het gras nog groen was. Leuk om aan terug te denken, mooi om over te vertellen. Met grote ogen kijken ze ons aan wanneer we vertellen over een doosje met speelgoed in plaats van een kast of huis vol. Over cassettebandjes en platenspelers. Over zwart-wit televisie, over vlechtjes in de haren maken en dan strijken om zo krullen te krijgen. Over mattenkloppen in het voorjaar tijdens de grote voorjaarsschoonmaak.

Vroeger, al vertellend dringt het af en toe hevig tot mij door dat “vroeger” al weer meer dan dertig jaar geleden is. En dat “dertig jaar geleden” alweer verder weg klinkt dan “vroeger”. Hoe kan dat nou? Volgens mij was alles gisteren, eergisteren of misschien een paar jaar geleden. En hoewel ik me zo heel af en toe oud voel, schep ik er ook groot genoegen in om “oud” te zijn. Op een tentfeest pak ik al die neefjes, die het durven om mij tante te noemen, hun bier af en vertel ze dat ze aan de roosvice moeten. En aan het vriendje van ons nichtje stel ik mij voor als de oude tante van. De meiden die mij aankijken in een hippe tent, die zich hoogstwaarschijnlijk afvragen waarom ik niet thuis bij de kachel zit sokken te breien of kussens te borduren, die lach ik toe of uit.

Vroeger… ach wat vroeger. Ik verheug me alvast op de tijd dat ik tegen de vijftig raak. Dan ga ik uit! Naar de disco waar mijn kinderen zijn. Dan ga ik dansen zoals alleen ouders kunnen dansen, dan ga ik giebelen zoals alleen moeders dat kunnen doen. Dan vraag ik plaatjes aan van Abba en Boudewijn de Groot. En als het dan twaalf uur is, dan loop ik naar de microfoon en zal ik luid en duidelijk verkondigen dat mijn kinderen naar huis moeten omdat het bedtijd is!

Ach vroeger, het wordt toch alleen maar later.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *