Zin gemaakt, de lente staat voor de deur!

lenteVan de week had ik even geen zin…: Met een hoofd die voelt alsof hij gevuld is met watten, niesbuien die komen en gaan en de zakdoekjes in de hand heb ik geen zin. Absoluut geen zin, totaal geen zin. Geen zin in leuk, aardig en gezellig doen, geen zin in schrijven, tekenen, opruimen en stofzuigen, geen zin in werken. Het liefst zou ik op de bank gaan liggen, onder een dekentje met een tijdschrift en een kop thee bij de hand. Heerlijk geen zin liggen hebben. Maar niks daarvan, er is genoeg te doen. En zoals mij als kind verteld werd: Als je geen zin hebt, dan moet je zin maken. Vooruit dan maar, ik doe mijn best en maak zin.

Helga en Piet, ze dansen bijna het scherm af van enthousiasme wanneer ze met de boodschap komen dat de lente voor de deur staat. Ik gebruik dit weeritem om zin te maken. Kijk aan, dat lukt wonderwel! Ik maak zin en heb nu heel veel zin. Zin in de lente, met bloemen die bloeien en de zon op mijn gezicht. In wapperende zomerjurkjes en grote zonnebrillen. In waterijsjes, cocktails en langer wordende avonden. In zonder jas naar buiten gaan. In watergevecht en kinderen die hutten bouwen in de tuin. In autorijden met de ramen wijd open met de muziek keihard aan. In wakker worden van fluitende vogels en in het ruiken van vers groen blad aan de bomen. Zin in mensen die lachen en vrolijk kletsen en zin in de glimlach op ieders gezicht die bij elk zonnestraaltje groter wordt. In picknicken in eigen tuin en dartelende lammetjes in de wei. In alle ramen en deuren opzetten en geen stof meer van de houtkachel. In al het winterstof van mij afschudden. In zon, zee en zaligheid.

De volgende dag sta ik op en besluit dat ik niet meer ziek ben. Het werkt, met slechts nog een oor dat niet wil luisteren, ach een kniesoor die daarop let, begin ik met de lente. Helga en Piet hadden gelijk: het weer werkt mee, gelukkig maar, het is zinloos om met de lente te beginnen als het nog vriest, sneeuwt en stormt. Hoewel het naar mijn idee nog wel wat frisjes is, trekken wij naar buiten. De kinderen hebben de lente of waarschijnlijk zelfs de zomer in hun bol. De meiden komen in bikini beneden en vragen of ze in het modderbadje naast het huis mogen. Opgelucht dat ze niet vragen of ik mee wil doen zeg ik ja en zet ik de douche vast aan. Drie minuten duurde de pret, toen waren ze koud en nat en konden ze zo doorlopen naar de douche.

Mijn hoofd was in de lente, mijn boodschappengedrag een paar dagen eerder nog niet. En zo kon het gebeuren dat wij op de zonovergoten zondag zuurkool met worst aten en op de heerlijke maandag rode bieten. De zuurkool en de rode bieten, het smaakte mij toch minder goed dan een week eerder toen het nog koud en winderig was. Het gebeurt vaker dat de tijd sneller gaat dan mijn hoofd, maar nu was het resultaat wel erg tegenstrijdig. Ik ben namelijk echt een zomer en wintereter. In de winter zal ik echt niet snel sla op tafel zetten en in de zomer bereidt ik niet vaak rode bieten of een stamppot. Ijsjes eten we alleen met mooi weer hoewel het voor kinderen natuurlijk een echte verwennerij is wanneer we midden in de winter eens een ijsje eten. Gelukkig is daar Hans, hij zit minder vast aan de seizoenen en haalt nog wel eens een doosje ijs in de winter.

Sla dus, voor mij een zomergroente bij uitstek. Vorig jaar heb ik wel iets bijgeleerd over sla bereiden maar er is nog veel eer te behalen. Meestal maak ik een sladressing van 3 eetlepels olie, 1 eetlepel azijn, knoflook en andere kruiden. Daar voeg ik dan het een en ander aan rauwkost aan toe en als ik eens echt een lekkere sla wil hebben ook nog tonijn. Lekker hoor, maar op den duur wel eentonig. Sla met peer, geitenkaas en een honing-mosterdressing en een witlofsalade met walnoten, dat waren mijn uitbreidingen van vorig jaar. Het moge duidelijk zijn: Er kan nog meer bij! Een nieuw jaar, een nieuwe lente, nieuwe kansen!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *